Het innerlijke kind

Als ambulant begeleider kom ik in mijn werk allerlei mensen met diverse problematiek tegen. Ik wil een kijkje geven in een bijzondere gesprek met één van mijn cliënten. We praten over het gesprek met haar behandelaar. Ik heb toestemming van haar gekregen om dit gesprek, zonder details en namen, te beschrijven in dit blog. Normaal gesproken ga ik van gezin naar gezin. Gezien de Corona tijden, wil ik voorzichtig zijn naar de mensen die ik begeleid. Daarom spreek ik tegenwoordig in de tuin af, met 1,5 meter afstand. 

 

‘Hoe ging het gesprek vandaag?‘, vraag ik. ‘Tja …. ‘, het duurt even voordat er een antwoord komt. ‘Iets met mijn innerlijke kind. Ik heb niet veel gezegd.’ Ik vraag hoe het komt dat er niet veel gezegd is. ‘Ik vind het spannend, omdat ik in mijn verleden moet spitten. Dit wil ik niet en bovendien snap ik niet wat het me gaat opleveren.’ Ik heb zoals gewoonlijk altijd een papiertje en een pen of potlood bij me. Ik schets een volwassen dame, althans ik doe een poging. In haar armen houdt ze een klein meisje vast. Ik zeg verder niks. Ik word nauwlettend in de gaten gehouden. Bij het tekenen van de details, gaat er een lichtje branden. ‘Ah oké, dat ben ik dus!’ We lachen even, want het is niet echt een goede gelijkenis van de werkelijkheid. ‘Vergeef mijn tekenkunsten, ik wil je wat uitleggen’, zeg ik naar haar.

 

‘De perfecte ouder óf perfecte jeugd bestaat niet. Iedereen maakt namelijk ongewenste gebeurtenissen in zijn of haar leven mee’.

Ik leg haar uit dat je als kind allerlei ervaringen op doet. Het ‘innerlijke kind’ is een deel van jezelf als je terug gaat naar jouw kindertijd. De positieve ervaringen in het leven laten een kind enorm opbloeien. Je groeit daar logischerwijs enorm van. Daarnaast maak je als kind ook negatieve ervaringen mee. Ik vraag aan mijn cliënt: ‘Ben jij als kind gegroeid door de negatieve ervaringen in jouw leven?’ …. ‘Nee niet bepaald!’, is haar antwoord. Ik ga verder met mijn verhaal. ‘Ik denk dat het er vanaf hangt of je als kind groeit van de negatieve ervaringen in het leven.’ Natúúrlijk hangt het af van de mate van de negatieve (traumatische) ervaring. Vanuit jouw ouders/opvoeders krijg je allerlei boodschappen mee. Deze boodschappen worden opgeslagen in jouw onderbewustzijn. Iedereen maakt in zekere zin ongewenste gebeurtenissen mee. Het gaat er om hoe daar in het verleden mee omgegaan is.

 

‘Zo is het bij mij niet gegaan’

Als kind leer je om gaan met traumatische ervaringen, geholpen door jouw ouders. Je krijgt dan aandacht voor jouw emoties, ze mogen er echt zijn. ‘Kan je je voorstellen dat als dit vroeger bij jou gebeurd was, het dan makkelijker was om met deze negatieve ervaring om te gaan? Wellicht zou het jou geholpen hebben om in de toekomst beter met minder prettige ervaringen om te gaan.‘ Het blijft even stil. ‘Zo is het bij mij niet gegaan.’

 

Geen ruimte voor boosheid en verdriet

‘In jouw geval is er toen jij jong was geen ruimte voor jouw boosheid en verdriet geweest’, beaam ik. ‘Om wat voor reden dan ook hebben jouw ouders jou hierin niet kunnen helpen. Misschien waren ze zelf verdrietig en/of boos. Mogelijk hadden ze genoeg aan hun eigen emoties. Of hebben ze gewoonweg nooit van hun ouders geleerd om met emoties om te gaan. Wie zal het zeggen? Jouw gekwetste kind stopt deze ervaring weg en je draagt het voor altijd bij je. Deze week maakte je een negatieve ervaring mee. Het (innerlijke) kind van toen komt nu naar boven. Daarom voel je je nu zo. Jouw innerlijke kind wil dat je naar haar luistert’.

 

Zo gaat het gesprek nog wel even door.

We praten over de ervaringen van deze week, de ervaringen uit het verleden en alle bijbehorende emoties. Ik ben geen behandelaar, integendeel zelfs. Ik praat wel graag met mijn cliënten over wat hen bezig houdt. Soms help ik ze verduidelijken wat er bij een behandelaar besproken is. Tijdens mijn gesprekken maak ik ter ondersteuning van mijn uitleg gebruik van visuele middelen. Een simpel tekeningetje of het gebruik van Play Mobile poppetjes helpen vaak bij de uitleg. De speelse manier helpt ook bij het terughalen van het desbetreffende gesprek.

 

‘Je kan leren zorgen voor jouw innerlijke kind’

‘Maar Thilata, jij tekent twee vrouwen die elkaar omhelzen. Eentje kleiner dan de andere’. ‘Klopt!’, benadruk ik. ‘Je kan leren zorgen voor jouw innerlijke kind. Leren houden van jezelf. Ik weet dat jij houden van jezelf heel moeilijk vind. De komende tijd ga jij bij de behandelaar leren om naar jouw innerlijke kind te luisteren. Om haar verhaal van vroeger te horen. Om haar aandacht, begrip en liefde te geven’. ‘Ik vind dit heel spannend, maar ik begrijp nu wat me te wachten staat’. Ik moedig haar aan. Ik zeg haar dat ik oprecht hoop dat haar vroegere ervaringen, een minder grote rol gaan spelen. Dat de onverwerkte gevoelens verwerkt worden. Dat ze vooruit, met veel zelf liefde, mag gaan kijken. ‘Dat je zelf keuzes mag maken en zelf de touwtjes in handen hebt over jouw leven en jouw gevoelens. Dat gun ik je van harte!’

 

‘Ik heb eigenlijk nog één vraag’

Er volgt een nieuwsgierige blik. Mijn cliënt lacht. Ik weet dat het serieuze gesprek afgelopen is. De boog kan nu eenmaal niet altijd gespannen zijn. ‘Hoe is het eigenlijk met jouw mini – you gesteld?’, vraagt ze aan mij. In mijn begeleiding probeer ik vertrouwen te creëren. Mijn cliënten geven zich bloot en stellen zich naar mij open. Hier hoort voor mij dus bij, dat ik op zeker hoogte ook iets van mezelf laat zien. ‘Ik denk dat ik heb geluisterd naar mijn innerlijke kind. Ik mag en kan echt mijn creativiteit gebruiken waar en wanneer ik wil’.

 

Een aantal voorbeelden van mijn tekeningen tijdens mijn gesprekken:

Wanneer je de pijn voelt

Ik ontmoette mijn biologische moeder op mijn zesentwintigste weer. Een dikke brok ontstond in mijn keel. Dit is niet het juiste moment om te gaan huilen, maar de tranen branden in mijn ogen. Mijn biologische familie weet niet dat ik háár dochter ben. Een smoes wordt vertelt. De smoes dat wij, ‘de toeristen’, mijn oom als privé chauffeur hadden tijdens onze rondreis. Waarom raakt dit mij nou zo? Ik heb die eerste blik, als ik haar aankijk, nooit los kunnen laten. Ook niet nu ik ouder word. Misschien juíst daardoor niet. Het zit ergens in mijn achterhoofd, maar het kan zo weer naar boven komen. Thuis heb ik er weinig moeite mee om over mijn adoptie te praten. Mijn adoptie is namelijk voor mij is zoals het is. Maar eenmaal in Sri Lanka is alles anders, mijn gevoel is anders.

Ik ben geadopteerd uit Sri Lanka toen ik een baby van paar dagen oud was. Ik weet van jongs af aan al dat ik opgegroeid ben in Nederland, omdat mijn biologische moeder niet voor mij kon zorgen. Mijn ouders zijn hierin altijd heel open geweest naar mij. De laatste keer dat ik mijn biologische moeder zag was ik 24 jaar oud. 

Pijn, gewone hardcore pijn

Die laatste keer deed me zeer. Ik zag in haar eerste oogopslag pijn, hardcore pijn. Ik kan het niet anders beschrijven. De pijn van een moeder (16) die haar kind weggeeft aan onbekende mensen. In de wetenschap dat ze misschien wel nooit zal weten hoe het met mij zou vergaan. Die blik, het voelt als een messteek in mijn ziel. Ik besefte me maar al te goed dat wat zij deed, zoiets groots is. Jezelf zo wegcijferen voor het belang van haar eigen kind. Ik voel veel respect, maar het doet mij ook verdriet. Ik herinner haar aan deze nare gebeurtenis. Er wordt mij vaak gevraagd hoe het is om mijn biologische moeder te ontmoeten. Hoe ga je zoiets nou omschrijven? En wie wil ik wat vertellen? Ik vraag jou namelijk ook niet jouw gehele levensverhaal te vertellen. Ik stel een wedervraag. ‘Heb je toevallig Spoorloos gekeken? Zo gaat de ontmoeting alleen is altijd in het geheim. Ik kan je vertellen dat dit voor beide niet fijn is.

‘Ik kon het niet en ik voelde mij naar alles en iedereen tekort schieten.’

In 2019 ben ik opnieuw naar Sri Lanka afgereisd, met Anne, zijn kids en mijn schoonouders. Ik wilde hun het land en mijn biologische familie laten zien. De jongens waren ook nieuwsgierig naar mijn familie. Naarmate de reis dichterbij kwam kreeg ik meer buikpijn. Ik vond het moeilijk om te delen. Na anderhalve week piekeren heb ik Anne ingelicht. Ik voelde mij naar alles en iedereen tekort schieten. Naar Anne, zijn kinderen, mijn schoonouders én naar mijn biologische moeder. Ik kon het niet opbrengen om haar te bezoeken. Om die blik weer te moeten zien. Ik denk dat ze diep van binnen altijd blij is om mij te zien, maar ik herinner haar ook aan een naar moment in haar leven. Een moment wat een kras op haar ziel heeft gezet. Ik voel me egoïstisch. Zij heeft mij de kans gegeven om iets van mijn leven te maken. En wat doe ik? Ik wil haar niet zien, omdat ik het te moeilijk vind. Deze gedachte voelt als gigantisch falen. Waarom kon ik dat voor haar niet opbrengen? Een enorm schuldgevoel jaagt achter me aan. Iedereen adviseerde mij om mijn gevoel te volgen. Ik was het niet verplicht om dit voor de anderen te doen, dit luchtte op. De vakantiesfeer zou er zeker niet minder om worden.

Gesloten boek

Het boek is voor mij gesloten, althans dat zeg ik nu. Mijn verhaal is helder, maar meer details en antwoorden op mijn vragen zal ik nooit krijgen. Ik word ook een stukje ouder en de gedachten dat je je kind moet afstaan lijkt me verschrikkelijk pijnlijk en immens verdrietig. Het schuldgevoel dat ik haar niet heb gezien zit er nog wel een beetje. Op de terugvlucht naar Nederland bedacht ik dat het boek misschien nog een open einde heeft. Wie weet dat als mijn half broertjes en zusje oud genoeg zijn om te horen wie ik ben, misschien kan ik ze dan wel ontmoeten. Hun grote zus die aan de andere kant van de wereld woont. En wie weet zie ik dan ook een andere eerste blik van mijn biologische moeder.